Duikmythes en vooroordelen:
Mythe #1: Duiken is gevaarlijk
Werkelijkheid: Er zijn regels en richtlijnen betreffende het duiken, maar als je deze volgt zijn je kansen om gewond te raken heel klein. Statistisch gezien is duiken veilig en de richtlijnen zijn gemakkelijk te volgen. Rijden naar de duikstek zal het meest gevaarlijke zijn dat je doet tijdens een duikuitstap.
Mythe #2: Duiktheorie is verwarrend
Werkelijkheid: Dat is het helemaal niet. Technisch duiken kan ingewikkelder lijken, maar deze lessen zijn optioneel. De lessen nodig om je eerste brevet te behalen, zijn helemaal niet ingewikkeld en zelfs logisch te begrijpen, zeker na de uitleg van je instructeur.
Mythe #3: Duiken is duur
Werkelijkheid: Duikmateriaal kan duur zijn, maar je kan het erg lang gebruiken. Je eerste aankoop kan een gat in je portefeuille laten, maar zelfs na intensief gebruik, zal je het niet direct moeten vervangen. Als je de prijs per week/maand of jaar bekijkt, is duikmateriaal belange niet zo duur.
Mythe #4: Leren duiken duurt lang
Werkelijkheid: Je kan het theoretische deel doen op je eigen tempo. Het kan in één dag of in een maand, je neemt de tijd die jij ter beschikking hebt. Het zwembad- en buitenwatergedeelte neemt 3 à 4 dagen in beslag. Dus je kan je brevet halen in 1 week tijd.
Mythe #5: Het onderwaterleven is gevaarlijk
Werkelijkheid: Duikers reizen naar alle uithoeken van de wereld om haaien en ander prachtig onderwaterleven te zien. Duikers zijn heel enthousiast bij het zien van haaien, vooral omdat deze uniek zijn. Alle dieren verdienen ons respect en wij bevinden ons in hun territorium, dus passen we ons aan. Als er een duiker gewond geraakt, gaat het meestal om zelfverdediging van het dier. Ernstige verwondingen komen amper voor. Laat dieren met rust en zij laten jou met rust.
Mythe #6: Je hebt teveel materiaal nodig om te duiken
Werkelijkheid: Al dat materiaal kan afschrikken, omdat het er heel indrukwekkend uitziet. Alles wat je eigenlijk nodig hebt is masker, vinnen en snorkel. Dat is het. De rest kan je huren. Zowel tijdens de opleiding als op duikvakanties. Er is veel materiaal dat je kan kopen, maar het is niet nodig.
Mythe #7: Je moet jong zijn en in goeie conditie
Werkelijkheid: We hopen van niet, want wij zijn niet zó jong. Een goeie basisconditie maakt het duiken vooral aangenamer. Maar dat is sowieso gezond voor iedereen. Er is zeker geen vereiste om de conditie te hebben van een triatleet. Van zodra je trappen opgaat zonder het gevoel te hebben te sterven mag je zeker duiken.
Mythe #8: Je moet een expert zwemmer zijn
Werkelijkheid: Nonsens. Basiszwemskills zijn nodig, zoals 200m zwemmen en 10 minuten watertrappelen. Als je dit kan, kan je ook duiken. Geef toe, hoe dikwijls zie je een duiker onder water lengtes crawl zwemmen? Niet, we willen zo weinig mogelijk energie verbruiken om zolang mogelijk van het onderwaterleven te genieten.
Mythe #9: Duiken is claustrofobisch
Werkelijkheid: Iemand die nog nooit heeft gedoken, kan denken dat duiken claustrofobisch aanvoelt. Tijdens een duikinitiatie op jouw tempo proeven van ademen onderwater kan er zeker voor zorgen dat je leert dat dit een misvatting is. Duikend zweven in het water voelt zelfs heel bevrijdend aan. Je kan dingen doen die je op land nooit zou kunnen.
Mythe #10: Je moet dichtbij (tropisch) water leven
Werkelijkheid: Duiken wordt niet alleen in tropisch water gedaan. De aarde bestaat voor 75% uit water. Meren, rivieren, bronnen, allen zijn ze toegankelijk voor duikers. Carrières en mijnen vind je overal ter wereld om in te duiken. Ze bieden elk hun eigen duikervaring aan. Sommige van de beste duikstekken zijn totaal niet in tropisch water, zeker omdat de meeste oceanen niet tropisch zijn.
Mythe #11: Padi is beter dan CMAS ? Of was NELOS nu de beste ?
Werkelijkheid: de duikfysica is overal dezelfde ! Elke federatie heeft zijn eigen identiteit, alsook specifieke accenten. Bij PADI heb je een wereldwijd erkend brevet en eenzelfde aanpak. NELOS vind je dan weer meer in Vlaanderen (maar is onbekend als je je presenteert in een duikschool in Mozambique).
In onze club hechten we veel belang aan plezier, goede sfeer, veiligheid en staan we open voor nieuwe zaken/ evolutie. Wij werken aan goede en gezellige duikers, los van welke federatie ze ook zijn (zo hebben we ervaring met PADI, CMAS, SSI, GUE).
Mythe #12: Padi is een duur systeem en kost je handen vol geld !
Werkelijkheid: bij sommige federaties kan je in eerste instantie goedkoper een brevet halen. Bij PADI start je met een Open Water brevet. Daarna zal je vooral effectief moeten duiken en je omringen door mensen die je nog meer kunnen bijleren.
Waar PADI zich vooral in onderscheid is :
- een intuitief leersysteem
- op maat les geven : op jouw tempo en jouw beschikbaarheid
- de wereldwijde erkenning